Tag Archives: vleesconsumptie

Nano-cluster: Water

Nano-cluster: Water

663 miljoen mensen wereldwijd hebben geen toegang tot schoon drinkwater. Maar in ons land hebben we daar helemaal geen last van. In het natte Nederland gebruiken we zelfs veel meer water dan we nodig hebben. Wat weinigen zich realiseren is dat 95% van het water wat wij Nederlanders gebruiken uit het buitenland komt. Uit arme delen van de wereld. De watervoetafdruk heet dat.

Continue Reading

Boek: La Vértité sur le Hamburger

Boek: La Vértité sur le Hamburger

In navolging van de uitgave van ‘Meat the Truth, Essays on Livestock Production, Sustainability and Climate Change’ in Frankrijk is het boek nu ook op de Canadese markt verkrijgbaar. De bundel vormt het vervolg op de documentaire ‘Meat the Truth’ van de Nicolaas G. Pierson Foundation welke inmiddels in 14 taalversies en 18 landen beschikbaar is. ‘La Vérité sur le Hamburger’ zal in verschillende regio’s in Canada verspreid worden.

‘Meat the Truth, Essays on Livestock Production, Sustainability and Climate Change’ bundelt essays van tal van wetenschappers – waaronder Geoff Russell, Daniëlle Nierenberg, Barry Brook en Harry Aiking – die het verband tussen de veehouderij en de opwarming van de aarde in kaart brengen. De Nicolaas G. Pierson Foundation beoogt met deze uitgave een bijdrage te leveren aan het maatschappelijk debat over de consumptie van dierlijke eiwitten in relatie tot het klimaatprobleem.

Rapport: Dialoog megastallen

Rapport: Dialoog megastallen

Het overgrote deel van de Nederlanders is niet bekend met de maatschappelijke dialoog megastallen. Dat blijkt uit een representatieve steekproef onder de Nederlandse bevolking, uitgevoerd door Motivaction in opdracht van de Nicolaas G. Pierson Foundation, het wetenschappelijk bureau van de Partij voor de Dieren.

DOWNLOAD HET RAPPORT

De dialoog werd georganiseerd door staatssecretaris Bleker van economische zaken, landbouw en innovatie, met als doel inzicht te krijgen in hoe er in Nederland gedacht wordt over de toekomst van de veehouderij en de schaalvergroting. Inclusief een helder overzicht van alle meningen en argumenten.

90% Van de Nederlandse bevolking heeft echter nog nooit gehoord van de dialoog, of weet niet wat die inhoudt. Slechts 16% van de Nederlanders denkt dat  Bleker de mening van de Nederlandse burger serieus zal nemen.

In de zomermaanden van 2011 organiseerde het ministerie van EL&I een maatschappelijke dialoog over megastallen. De dialoog zou moeten leiden tot een helder overzicht van alle meningen en argumenten ten aanzien van schaalvergroting in de veehouderij. Vrijdag 23 september zal dialoogleider Hans Alders de resultaten van de dialoog aanbieden aan staatssecretaris Bleker. Bleker riep ‘iedereen’ op om mee te doen, maar nu blijkt dat de meeste Nederlanders niet eens op de hoogte waren van het bestaan van de nationale dialoog megastallen.

In vergelijking met eerdere maatschappelijke discussies die door de regering georganiseerd werden, zoals die over kernenergie, de Europese grondwet en genetische manipulatie, was deze dialoog zeer mager van opzet. “De resultaten van het onderzoek maken duidelijk dat het nooit de bedoeling is geweest echt de mening van de Nederlandse bevolking te vragen”, aldus Karen Soeters directeur van de Nicolaas G. Pierson Foundation. Tijdens de dialoog over kernenergie, die duurde van 1981 tot 1983, zijn er bijvoorbeeld 2000 publieksbijeenkomsten georganiseerd en is er een krant uitgegeven met een oplage van 1,1 miljoen.

“Onvergelijkbaar met 6 burgerpanels, een tweedaagse werkconferentie en een zeer beperkte discussie op internet tijdens de nationale dialoog megastallen”, aldus Soeters.

Niet op de hoogte
Zo blijkt dat 90% van de Nederlandse bevolking niet op de hoogte was van de dialoog, dat slechts 3% weet waar en wanneer hij of zij had kunnen deelnemen aan de dialoog en dat 95% van de mensen die wellicht hun mening wilden uitspreken over megastallen, niet wist waar en wanneer dat zou kunnen

Uit de peiling blijkt ook dat 57% het wel belangrijk vindt dat de mening van de bevolking over megastallen wordt gevraagd en dat 63% zelf graag een mening had willen geven.

Nederlanders maken zich met betrekking tot megastallen het meeste zorgen over de verspreiding van dierziekten, dierenwelzijn, diergezondheid en antibioticagebruik.

Daarbij geeft een ruime meerderheid aan dat de ondergrens qua aantallen dieren in een megastal op dit moment al veel te hoog is. Van de respondenten vindt 76% dat er minder dan 7.500 vleesvarkens in een stal zouden mogen worden gehouden en 75% vindt dat er minder dan 120.000 leghennen in een stal gehouden zouden mogen worden.

Een ruime meerderheid van de Nederlandse bevolking geeft aan tegen de bouw van megastallen te zijn, maar 78% betwijfelt of de regering de bouw van nieuwe megastallen zal verbieden als een meerderheid van de burgers tegen is. Slechts 16% denkt dat staatssecretaris Bleker de mening van de Nederlandse burger ten aanzien van megastallen serieus zal nemen.

Het rapport met de complete uitkomsten van het opinieonderzoek van Motivaction is hier te downloaden. Ter aanvulling van het onderzoek naar de nationale dialoog megastallen heeft de Nicolaas G. Pierson Foundation een korte documentaire over het onderwerp gemaakt, die te hieronder bekijken is.

Opinie: Vleesconsumptie maakt overdreven emotioneel

Opinie: Vleesconsumptie maakt overdreven emotioneel

Het consumeren van vlees doet de emoties van sommigen hoog oplaaien. Met name het zien ervan brengt activisten in beweging. Zoals CDA-Kamerlid en veearts Henk-Jan Ormel die spreekt van “onmenselijk en onnatuurlijk handelen” wanneer terreinbeheerders kadavers niet bestemmen voor menselijke consumptie, maar er kraaien, marters, vossen, buizerds of zeearenden hun voordeel mee laten doen.

Wat zou toch de oorzaak zijn van die emoties? Maar weinig mensen krijgen een brok in de keel wanneer ze een biefstuk op het bord van een mens zien liggen, maar wanneer een hertenbiefstuk verorberd wordt door een zwijn of een vos, kunnen met name jagers en boeren dat niet met droge ogen aanzien.

Hun argumenten zijn zonder uitzondering emotioneel. Net zozeer als huilende boeren die het niet kunnen verkroppen dat hun gezonde dieren geruimd worden (welke plannen hadden ze er anders mee gehad?), of jagers die met enorm mededogen hazen van de verdrinkingsdood redden, lijken mensen die pleiten tegen het laten liggen van kadavers als natuurlijk voedselaanbod de ratio volledig uit het oog te verliezen. De drogreden dat kadavers ziekten zouden verspreiden (en daarmee boeren in de portemonnee zouden kunnen treffen) is door wetenschappers allang naar het rijk der fabelen verwezen.

En gelet op het feit dat mensen in Nederland grofweg 350 miljoen kadavers exporteren en 150 miljoen kadavers verorberen zit er iets selectiefs in de verontwaardiging over die paar kadavers in het bos. De vleesnijd die de carnivoren onder de mensen aanzet tot furieuze reacties wanneer carnivoren uit de dierenwereld zich (met mate) tegoed doen aan herbivoren uit de dierenwereld, doet vermoeden dat er in de zich ontwikkeld voelende mens nog een diepgeworteld oerinstinct schuilt dat gebaseerd is op voedselconcurrentie.

Deze drift kan herleid worden tot vele duizenden jaren geleden. Toen al deden onze voorouders hun uiterste best om ervoor te zorgen dat carnivoren van ‘hun’ vlees afbleven. Met de domesticering van de hond slaagde de mens niet alleen om een voedselconcurrent, de wolf, te overtreffen, maar maakte hij het ook een stuk makkelijker voor zichzelf om aan dierlijke eiwitten te komen met zijn hulp. Zo werd de hond een jachtpartner en ook de hoeder van de wandelende provisiekasten die wij op zeker moment voor de vlees- en melkproductie gingen exploiteren.

Vleesnijd en voedselconcurrentie bieden ook een goede verklaring voor het feit dat honden en andere carnivoren nooit op grote schaal zijn gefokt voor de vleesproductie. Economisch en emotioneel gezien zou het onverstandig zijn om daar energie in te steken.

In sociologisch opzicht kan vlees worden beschouwd als de tastbare belichaming van ons gevoel de natuur te beheersen. Het consumeren van het spierweefsel van andere hoogontwikkelde wezens biedt een krachtig symbool van onze veronderstelde oppermacht over andere levende soorten. De mens is sinds mensenheugenis geneigd om dieren als niet meer dan een natuurlijke hulpbron te beschouwen. Het wordt als vanzelfsprekend beschouwd dat dieren uitsluitend bestaan om ons te kunnen dienen. Dat maakt ook het respecteren van de wettelijke erkenning van de intrinsieke waarde van dieren moeizaam. Hoe kunnen we de ‘eigen waarde’ van het dier , los van z’n nut voor de mens, erkennen, wanneer we de belangen van dat dier per definitie ondergeschikt maken aan de wens van de mens?

Natuurlijk verklaart dit ook de beroering die ontstaat als de rollen plotseling worden omgedraaid als een krokodil, leeuw of haai de euvele moed heeft om een mens te verorberen. Hoewel wij het idee koesteren dat wij een ijzersterkte greep hebben over de natuurlijke wereld, blijft het een gegeven dat we even zo goed een lekkere versnapering kunnen zijn voor andere roofdieren.

In de vooronderstelling van zijn oppermacht, gelooft de mens dat dieren wél hun plek moeten kennen in de sociozoologische hiërarchie. Dieren worden over het algemeen geclassificeerd volgens hun instrumentele én symbolische waarde voor de mens. De individuen die deze sociale orde durven te schenden worden vervolgens gedemoniseerd, achtervolgd en afgemaakt.

De overdreven emotionele respons van sommigen ten opzichte van het laten liggen van kadavers geeft niet alleen blijk van de aanwezigheid van vleesnijd, maar ook van het feit dat in onze samenleving de belangen van in het wild levende dieren op verschillende en conflicterende wijzen worden geconstrueerd en beoordeeld.

Als dieren- en natuurbeschermers zien we graag dat wilde dieren met rust worden gelaten en dat natuurlijke processen hun loop kunnen hebben. Een ruime meerderheid van onze bevolking wil op afstand van deze dieren kunnen genieten met hun ogen en camera’s. Voor jagers worden ze gecategoriseerd louter als een bron van vermaak en voedsel. Geen prooi voor roofdieren, maar voor hen en hen alleen.

Niko Koffeman is voorzitter van de Nicolaas G. Pierson Foundation en tevens lid van de Eerste Kamer voor de Partij voor de Dieren.
Dr. Jo Swabe is sociologe en wetenschappelijke stafmedewerker bij de Nicolaas G. Pierson Foundation.

Documentaire: Meat The Truth

De klimaatfilm Meat the Truth is het eerste grote project van de Nicolaas G. Pierson FoundationMeat the Truth is een spraakmakende documentaire, gepresenteerd door Marianne Thieme, die een aanvulling vormt op eerdere klimaatfilms. Hoewel deze films erin geslaagd zijn om de problematiek rondom de opwarming van de aarde overtuigend op de kaart te zetten, werd telkens één van de grootste oorzaken van de opwarming van de aarde buiten beschouwing gelaten, de veehouderij.

Meat the Truth brengt dit onder de aandacht door te laten zien dat wereldwijd de veehouderij meer broeikasgassen uitstoot dan alle auto´s, vrachtwagens, treinen, boten en vliegtuigen samen.

Er is gekozen om de best beschikbare wetenschappelijke informatie van dit moment over klimaatverandering en de veehouderij te bundelen en via een film te vertalen naar een groot publiek. De film werd geproduceerd door Claudine Everaert en Gertjan Zwanikken. De berekeningen zijn afkomstig van en gevalideerd door de Wereld voedselorganisatie (FAO), het World Watch Institute, het Instituut voor Milieuvraagstukken van de Vrije Universiteit van Amsterdam en tal van andere gezaghebbende bronnen.

Bekende Nederlanders zoals Anthonie Kamerling, Georgina Verbaan, Henk Schiffmacher, Yvonne Kroonenberg, Karen van Holst Pellekaan, Wim.T.Schippers en Dolf Jansen werkten mee aan de totstandkoming van de Nederlandstalige versie van de documentaire die door de wetenschapsredactie van NRC beoordeeld werd als beter dan An Inconvenient Truth van Al Gore.

Aan de internationale versie hebben diverse internationale beroemdheden hun medewerking verleend waaronder Pamela Anderson, Bill Maher, Emily Deschanel, Tony Denison, James Cromwell, Elaine Hendrix, Kate Flannery, Debra Wilson Skelton, Joy Lauren en Esai Morales.

Met beide versie van de film hoopt de Nicolaas G.Pierson Foundation een bijdrage te leveren aan een maatschappelijke discussie over een meer plantaardige en dus ook diervriendelijker samenleving. Tevens beoogt de stichting met de film een etalage te vormen voor belangwekkende wetenschappelijke rapporten over veehouderij en klimaat, die voor het grote publiek te ontoegankelijk zijn gebleken.

De Nederlandstalige versie van Meat the Truth is op 10 december 2007 in première gegaan in Tuschinski in Amsterdam. Op 19 mei 2008 is de internationale versie van Meat the Truth in première gegaan bij Odeon West End Cinema op Leicester Square, Londen.

De Nederlandse versie van Meat the Truth is nu te koop op DVD. Klik hier voor meer informatie.

Opinie: Laten we de auto of de biefstuk staan?

Opinie: Laten we de auto of de biefstuk staan?

Nederland is het meest veedichte land van Europa. De immense milieubelasting die daaruit voortvloeit was al bekend uit de cijfers over de mestproductie: 70 miljard kg per jaar, of 4000 kg per Nederlander. Relatief onbekend is echter de milieubelasting door de uitstoot van broeikasgassen door de veehouderij.

Continue Reading