Sea the Truth: vissenleed

In het verleden dacht men dat vissen geen gevoel hebben. Dit idee werd  waarschijnlijk ingegeven door het feit dat vissen, in tegenstelling tot mensen, koudbloedig zijn. Lichaamstemperatuur heeft echter niets met het vermogen tot voelen te maken. Uit onderzoeken die het gedrag van vissen bestudeerden, maar ook uit de anatomie en fysiologie van vissen, is gebleken dat vissen wel degelijk gevoel hebben. En dus pijn kunnen ervaren. Dit betekent dat de huidige vangst- en dodingmethoden neer komen op ware marteling. Gevangen vissen sterven door verstikking, een doodsstrijd die tientallen minuten tot uren kan duren. 

Gedragsonderzoek bestaat onder andere uit het bestuderen van het gedrag van vissen  nadat zij een pijnprikkel toegediend hebben gekregen. Het blijkt dat het gedrag hierna veranderd: vissen zwemmen weg van de pijnprikkel, vertonen een verhoogde kieuwactiviteit en wrijven de pijnlijke delen tegen de bodem. Andere gedragsonderzoeken kijken naar de reactie van vissen die een keer aan de haak geslagen zijn. Het blijkt dat vissen na één keer gevangen te zijn het aas daarna ontwijken. Het gevangen worden heeft een negatieve invloed op de vis, zijn eetlust gaat ervan achteruit en de zorg voor het nest wordt verwaarloosd.

Anatomisch en fysiologisch onderzoek heeft aangetoond dat vissen nocireceptoren bezitten, dit zijn receptoren die beschadiging van het weefsel detecteren. Deze nociceptoren bij vissen zijn gevoeliger dan die van mensen. De nociceptoren in de huid van vissen reageerden op een prikkel die 6 keer lager was dan de prikkel waarop nociceptoren van de mens reageren.

Vissen kunnen niet alleen pijn ervaren, er is ook gebleken dat zij sociale en intelligente wezens zijn. Zo herkennen ze vrienden en familie tussen andere soortgenoten, leren ze van elkaar om vijanden te ontwijken, waar te foerageren, welke partner een goede match is en welke vis je beter kunt vermijden omdat het een vechtersbaas is. Ook bezitten vissen een lange termijn geheugen, de populaire opvatting dat vissen een geheugen hebben van slechts een paar seconden is een fabel.

Vissen onderhouden ook culturele gewoontes, zoals bepaalde wegen naar foerageergebieden en bepaald paai-, rust- en schoolgedrag. Dat deze eigenschappen van groot belang zijn voor een vissenleven blijkt uit wat zich voordoet wanneer kweekvissen losgelaten worden in het wild: 95% hiervan sterft binnen een week. Zonder geleerd te hebben van soortgenoten die weten hoe je in het wild moet overleven heeft een vis geen schijn van kans.

Dit alles maakt de huidige vangst- en dodingmethoden in de visserij zeer visonvriendelijk. De doodsstrijd van gevangen vissen duurt tientallen minuten tot uren, voordat zij door verstikking om het leven komen. Of de vis wordt gestript, waarbij hij levend van zijn ingewanden wordt ontdaan. Bij paling worden de neksnede en het zoutbad gebruikt. De neksnede houdt in dat de paling een snee achter zijn kop toegebracht krijgt, waardoor het ruggenmerg wordt doorgesneden. Hierbij verliest het dier niet het bewustzijn omdat de zuurstoftoevoer naar de hersenen nog doorgaat. De paling in een zoutbad gooien is een extreem pijnlijke methode. Door de gevoelige huid van de paling is dit te vergelijken met het ontstaan van brandwonden bij de mens. Het kan wel een half uur duren voordat de paling gestorven is.

Kan dit zomaar? Helaas wel. In wetten en regelgeving zijn dodingmethoden voor vissen niet opgenomen. In het Besluit doden van dieren, een regeling binnen de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren, staat dat een dier binnen 1 seconde dood of buiten bewustzijn moet zijn. Voor vissen en ongewervelde dieren is dit besluit echter nooit van toepassing verklaard. In de Gezondheids- en Welzijnswet voor dieren staan wel algemene regels die voor alle dieren gelden: Het is verboden om een dier onnodig pijn of letsel te veroorzaken of de gezondheid of welzijn aan te tasten. Maar als het om vissen gaat lijkt niemand zich om deze regels te bekommeren.